Biogebaseerde kunststoffen worden geheel of gedeeltelijk verkregen uit zetmeel- en celluloserijke planten zoals maïs, aardappelzetmeel of suikerriet. In sommige gevallen worden ook residuen en afval uit de landbouw gebruikt. Om het exacte biogebaseerde gehalte van een kunststof te bepalen, wordt de C14-activiteit van de grondstoffen gemeten:
Jonge koolstof (0-10 jaar) uit hernieuwbare grondstoffen (bijvoorbeeld uit planten), heeft een C14-activiteit van ongeveer 100 %. Oude koolstof uit fossiele grondstoffen (miljoenen jaren oud) heeft daarentegen een C14-activiteit van ongeveer 0%. Dus als verpakkingsmateriaal een C14-activiteit van 80% heeft, betekent dit dat het voor 80% uit hernieuwbare en voor 20% uit fossiele koolstof bestaat.
Met het “OK-biobased” keurmerk biedt TÜV Austria (voorheen Vinçotte) een certificering waarbij het biogebaseerde gehalte van een kunststof wordt getest en bevestigd. De testprocedures van het onafhankelijke en internationale test- en certificeringsbedrijf zorgen voor transparantie en helpen consumenten om echt duurzame aankoopbeslissingen te nemen.
Volgens een recent onderzoek van het adviesbureau Simon-Kucher & Partner (2021) voelt slechts 11% van de consumenten zich goed geïnformeerd over de duurzaamheid van verpakkingen. Daar willen wij verandering in brengen: Door het erkende OK biobased keurmerk van TÜV Austria te gebruiken, kun je je betrokkenheid transparanter maken voor klanten en je imago versterken - eenvoudig en zonder extra inspanning.
Biomassa wordt gebruikt voor productie. Deze kan worden verkregen uit landbouw en bosbouw, maar ook uit rest- en afvalstoffen. Voorbeelden zijn zetmeel- en celluloserijke planten zoals maïs of suikerriet, maar soms ook oliezaden of hout.
Biogebaseerd plastic vermindert de extra CO2-uitstoot in vergelijking met conventioneel plastic dat gemaakt is van ruwe olie. De reden hiervoor is dat er miljoenen jaren CO2 gebonden zit in deze ruwe olie. Wanneer het plastic na zijn nuttige levensduur wordt verbrand, komt ook de CO2 die in de ruwe olie zit vrij in de atmosfeer.
Zetmeel van planten wordt daarentegen gebruikt om biogebaseerd plastic te maken. Planten hebben CO2 nodig om te groeien, dat ze absorberen uit de atmosfeer. Wanneer het plastic wordt verbrand, komt er net zoveel CO2 vrij als er eerder door de plant is opgenomen. Zo ontstaat een soort CO2-kringloop.
Op deze manier helpt ons Ben-materiaal van papier en bioplastic ook om extra CO2-uitstoot te verminderen.
Voor slechts €0,02/stuk kun je het “OK biobased” keurmerk op je verpakking drukken.